Ik ben een Soevereine zoon. Een koning binnen het genootschap.
Met één blik zorg ik dat mannen voor me buigen. Maar zij weigert door haar knieën te gaan. Zij houdt haar rug recht, blijft opstandig en daagt me uit.
Maar er zijn regels en die regels zijn heilig.
Zelfs voor mij.
Toch heb ik de meest heilige regel inmiddels verbroken.
Ik lokte haar mijn bed in.
Ik eiste op wat niet aan mij toebehoort.
En nu het beest in mij geproefd heeft aan de verboden vrucht, wil het alleen maar meer.